Categorie: Snaredrums

De meest gestelde vraag of het meest besproken onderwerp is toch wel hoe je een drumstel moet stemmen. Op het internet is er veel over te lezen Vaak staan er hele zinnige dingen tussen maar helaas ook veel onzin… We hebben soms met enige verbazing de vele meningen gelezen en meende er ook een aan toe te voegen. Misschien heb je er wat aan…

Allereerst moet je accepteren dat je je aan mag sluiten bij ongeveer 95% van de drummers die niet goed weten hoe te stemmen. Geen schande dus. Om een drumstel goed te kunnen stemmen moet je het gewoon vaak doen. Elke trommel is anders en er zijn veel factoren van invloed. Wij (DRUMSTATION te EINDHOVEN) stemmen elke dag drums in verschillende kwaliteiten en dat is wellicht de rede waarom wij het snel voor elkaar hebben.

Sweetspot:

Het moment waarop een trommel perfect klinkt wordt ook wel sweetspot genoemd. Dit is het punt waarop de trommel zich zelf lekker voelt zeg maar. Dat hoeft niet jouw smaak te zijn. De trommel heeft een eigen karakter. Hoe beter de kwaliteit hoe groter de sweetspot en hoe groter de kans dat hij voor jou vet klinkt. De conditie en kwaliteit van je vellen zijn van grote invloed, zeker bij de wat goedkopere sets.

Even uitleggen hoe je kunt stemmen is niet zomaar even te doen. Op termijn zullen we deze pagina illustreren met een video. (moeten we nog wel een keertje maken…)
Daarom geven we nu een opsomming van factoren waar je rekening mee dient te houden:

Toms:

-Schone bearing edges (ketelranden)
-Vellen in prima conditie
-Gelijkmatig spannen. Kruislings aandraaien is een hulpmiddel, geen must
-De kreukels uit de randen. Hulpmiddel is met je vinger het midden van het vel ietwat indrukken. Dit veroorzaakt kreukels aan de rand en die kun je dan rustig wegspannen
-Als de kreukels nét weg zijn staat het vel op zijn laagste speelbare spanning
-Rondom bij de schroef op de rand van het vel tikken en probeer het hoogteverschil bij de schroeven onderling op te heffen. Maak daar geen halszaak van want 2x flink tikken en het is weer anders. Bij ondervel belangrijker dan bovenvel. (zie hieronder bij boventonen)
-Als de toon omhoog moet stel dan elke schroef een beetje bij en niet met hele slagen. Fine-tunen heet dat 😉
-Niet alleen bovenvel maar ook ondervel fine-tunen.
-Als de toon te lang klinkt (veel sustain) helpt het vaak het ondervel iets strakker te zetten
-Andersom geeft een te strak ondervel een kortere toon (minder sustain)
-Een te los ondervel geeft een buigende toon (sweep)
-Een te los bovenvel hoor je rammelen/flapperen/flubberen… whatever… 🙂
-De toonopvolging van de toms (interval) is gelukkig geheel naar eigen keuze. Je bent erg afhankelijk van de sweetspots van jouw set

Bassdrum:

In basis gelijk aan de toms maar de meeste drummers willen een vette plakkerige sound met veel (liefst sub-)laag.
-Te losse vellen flapperen
-Te strakke vellen geven hoge toon en stuiteren
-Te veel demping geeft verlies aan romige bass
-Je front moet laag zoemen en dat tem je met zo min mogelijk materiaal
-Gat in frontvel geef een ietwat korter en drogere sound
-Gat in voorvel zo veel mogelijk aan de kant. Ook weer niet té. Zorg voor een zo groot mogelijk resonantievlak. Dit geeft vet laag
-Het slagvel geeft attack en het resonantievel de bas
-Beide vellen zijn verantwoordelijk voor de toonhoogte (pitch)

Snaredrum:

-Zoek de juiste combinatie tussen toonhoogte en gevoel met je slagvel (het slaan)
-Een los ondervel geeft een dikke logge sound
-Ondervel iets strakker geeft meer ‘punch’. Het midden (geluid) zorgt voor een strak gedefinieerd geluid

Snarenmat:

Zet deze eerst te los zodat hij rammelt. Draai ‘m dan rustig strakker tot het rammelen weg is. Een te strakke snarenmat dempt het ondervel zodat die geen positieve bijdrage meer levert aan je geluid. Koektrommel dus.

Boventonen:

Elke trommel geeft boventonen langs de spanrand. Hoe zachter je speelt des te beter je ze hoort. Als deze tonen dus onderling veel afwijken klinkt dat vals. Daarom vinden heel veel drummers het fijn om te spelen met dempringen op de toms en snare. Deze dempen namelijk die boventonen en daarmee klinken de trommels minder vals.
Zelf hou ik juist enorm van al die extra geluidjes in je drums. Je kunt ze gebuiken en het verplicht je goed te stemmen…;-)

En dan een paar redenen waarom het tóch vaak niet goed gaat…..:
-JIJ bent de drummer en JIJ bepaalt hoe JOUW set klinkt! Dus niet de gitarist of de geluidsman…!!!
-Geluid is trilling en trilling geeft geluid. Een drumstel is een en al resonantie en zal dus ALTIJD rammelen of wat meezingen. Leer dat te waarderen en laat die gitaristen en geluidsmensen gewoon zeuren 😉
-draai de toms in een andere toonhoogte en ja de basgitarist laat ‘m niet meer meezingen… tot hij ontdekt dat er nog andere tonen op zijn gitaar zitten. Je mede muzikanten vinden altijd wel een toon die jouw set laat resoneren😉
-Een totaal dood-afgeplakte set is veel duurder dan een paar kartonnen dozen. Maak een overweging waar jij liever op speelt… Ze klinken namelijk hetzelfde…
-En dan nog een tip voor de omgang met geluidstechnici. De betere weten een goed klinkende drumkit te waarderen. De minder getalenteerden plakken alles af en creëren met hun mengtafel een geheel eigen geluid wat niet jouw drumkit is. Soms kom je er niet onderuit je geluid wat te temmen. Doe dat met mate… Als een geluidtechnicus klaagt over dat je toms zingen, antwoord dan net als Simon Philips met: “Yeah, nice isn’t it?”

Deze tips zijn slechts een hulpmiddel of punten van aandacht. Boek succes door het veel te doen en DURF !!!

Er zijn ook handige hulpmiddeltjes bij het stemmen en dempen:
-Evans Torque Key – soort van momentsleutel die op ingestelde kracht stopt met strak draaien
-Moongel – 4 gel-achtige kleine pads die je op je vel plakt. Er wordt geen lijm middel gebruikt en toch blijven ze zitten. Ze zijn heel vaak herbruikbaar en wasbaar

SUCCES !